Milestones naar meer duurzame energie: waterstofauto’s en kernfusie

Blog F Stel

Goed nieuws op de automobielmarkt: na berichten over sjoemelsoftware en dieselmotoren die veel meer vervuilen dan gedacht zijn nu de eerste waterstofauto’s inmiddels op de markt gekomen. In plaats van de fossiele brandstoffen zoals benzine of diesel te gebruiken, gebruiken ze waterstof. In plaats van uitstoot van allerlei nare gassen stoten ze alleen water uit. In California in de Verenigde Staten verkopen Toyota en BMW gezamenlijk auto’s die waterstof als brandstof hebben. Mercedes en Ford pakken het anders aan: ze verkopen ze geen waterstofauto’s, maar leasen ze. Gebruikers hoeven dus niet meer een auto aan te schaffen, maar betalen alleen voor gebruik. De belangrijkste obstakels bij het opschalen van waterstofauto’s zijn de infrastructuur (nog onvoldoende tankstations) en de kosten van de benodigde membranen. Deze membraankosten zullen bij grotere afname dalen. Dit is duidelijk een kip/ei situatie. Maar het eerste begin is er.

Daarnaast wordt er hard gewerkt aan kernfusie. Ik was in staat om met eigen ogen te zien wat de laatste ontwikkelingen zijn en bezocht het Canadese bedrijf GeneralFusion, een bedrijf dat in de Cleantech top 100 van de wereld staat van meest innovatie bedrijven (zie www.generalfusion.com).  In dit bedrijf is inmiddels $ 100 mln. geïnvesteerd, vooral uit de private sector (o.a. met een Nederlands venture capital fonds). Het bedrijf heeft inmiddels 125 patenten op z’n naam staan en is met veelbelovende technologieontwikkeling bezig. Veelbelovend omdat de ontwikkelingen in de kernfusie-industrie dezelfde trend kent als wat bij chips gebruikelijk is: iedere 2 jaar verdubbelt de capaciteit bij gelijkblijvende kosten (de zogenaamde Wet van Moore). In Frankrijk vinden grootschalige kernfusie-experimenten plaats met behulp van enorme magneten; in de USA gebeurt dit met  grote laserkanonnen. In Canada combineren ze beide technieken (lasers + magneten), waardoor men verwacht dat kernfusie eenvoudiger en goedkoper tot stand komt. Dit levert schone en duurzame energie op zonder de nadelen van kernsplitsing met z’n productierisico’s (Fukishima en Tjernobyl!) of radioactieve afval. Mochten er problemen ontstaan tijdens de productie stopt het kernfusieproces uit zichzelf. Als de verwachtingen waargemaakt worden verandert het energielandschap drastisch!

Frans Stel, lector International Business

 

China verzet de bakens

China heeft een sterke groei doorgemaakt, helaas ten koste van enorm veel milieuvervuiling. Een dagje de vieze lucht inademen in Beijing is vergelijkbaar met het vertoeven in een rokershok op een luchthaven. Enkele jaren wonen in Shanghai en artsen beschouwen zelfs sportieve asceten als een straffe roker. De Chinezen zijn dan ook vastbesloten om de vervuiling aan te pakken: de richtlijnen inmiddels strenger in China dan in een schone stad als Vancouver. De meest vervuilende fabrieken worden stilgelegd in bijvoorbeeld de energiesector, ijzer en staal- en cementindustrie. De capaciteit van afvalverwerkende installaties is inmiddels sterk uitgebreid. Ook wil men nu vaart maken met de transitie naar meer duurzame energie. Dat is lastig omdat China veel kolencentrales heeft. Om deze kolencentrales minder vervuilend te maken worden nieuwe zuiveringsinstallaties aangelegd. Het target in China’s plannen voor de uitstoot van CO2 in 2030 is een reductie van 60-65% ten opzichte van de uitstoot van 2005. Niet gering! Daarom zijn er grote investeringsbudgetten vastgesteld voor transitie naar duurzame energie zoals wind- en zonne-energie. In de periode 2015-2030 gaat het om een investering van 6.3 biljoen US $ (ofwel 6.300.000.000.0000 US $). Op deze gebieden zijn er grote kansen voor buitenlandse bedrijven.

Eén van de belangrijkste problemen van zakendoen met China is altijd de bescherming van kennis. Het standaardgrapje is dat Chinezen “copyright” altijd lezen als “the right to copy”. Inmiddels zijn er diverse nieuwe rechtbanken opgericht die dit probleem moeten verhelpen. In 2014 zijn al meer rechtszaken gevoerd over schenden van octrooien in China dan in de USA. Dit waren overigens wel vooral rechtszaken tussen Chinese partijen onderling (dus niet met buitenlandse partijen). China begint inmiddels ook zelf IP te ontwikkelen, dus handelt ook steeds meer uit eigenbelang om IP-bescherming beter te regelen. Kortom: twee voorbeelden die aangeven dat China de bakens verzet.

Frans Stel, lector International Business

Re-thinking carbon dioxide

CarbonCure retrofits concrete plants with a technology that recycles waste carbon dioxide to make affordable, greener concrete products. By adding carbon dioxide to the mixture of concrete a chemical reaction starts absorbing the carbon dioxide that also strengthens the concrete. Carbon dioxide is now more than just a greenhouse gas; it is a valuable material to help make better concrete. In this fashion, less concrete is needed making this also good business. Today I had the chance to get a better look at this process and visited the plant, Basalite Concrete Products. Basalite now uses this technique stimulating green building. To encourage this more Canada has introduced the LEED certification program. Leadership in Energy and Environmental Design (LEED) is a rating system that is recognized as the international mark of excellence for green building in 150 countries. Since 2002, the Canada Green Building Council (CaGBC) and LEED Canada have been redefining the buildings and communities where Canadians live, work and learn.

Pien Versteegh, directeur Avans School of International Studies

 

Toeval bestaat niet….

Tijdens de GLOBE 2016 woonden we een boeiende workshop bij over moderne businessmodellen die duurzaamheid bevorderen (zie eerdere post). Eén van de sprekers was Harry Verhaar, head global Public & Government Affairs van Philips Lighting. Vandaag troffen we elkaar bij een koffiemoment en er ontstond een interessant gesprek. Eén van zijn zonen overweegt een studie bij Avans Hogeschool, Academie voor de technologie van gezondheid en Milieu. Gebaseerd op de uitstekende reputatie van onze hogeschool. Toch leuk om aan de andere kant van de wereld te horen…

Inhoudelijk spraken we over het project van onze expertisecentra met de stad Breda en 16 andere gemeentes op het gebied van duurzame verlichting met tal van aandachtspunten (technisch, financieel, artistiek, veiligheid) waar Philips als klankbord zou optreden. Helaas hield de Europese subsidiegever Interreg de handen op de knip omdat er niet voldoende innovativiteit zou zijn. Verhaar gaf aan vanuit de het programma The Global City Indicators Facility (dat een soort ISO norm voor duurzame steden heeft ontwikkeld) nog eens naar het idee van Breda en de partners te willen kijken, met Avans als kennisinstituut. Een afspraak wordt voorbereid. Een interessante ontwikkeling!

http://www.cityindicators.org/

Edwin Verlangen, voorzittend directeur ESB

Feeding the planeet

In 2050 zal de wereldbevolking bestaan uit 9 miljard mensen en om die te kunnen voeden moet de voedingsproductie met 60-70% toenemen. Hoe zorgen we dat we al die monden kunnen voeden?

Drie innovatieve bedrijven op Globe 2016 presenteren duurzame oplossingen via achtereenvolgens technologische, natuurlijke en sociale innovatie. Farm(x) is een in Californië gevestigd bedrijf dat met informatietechnologie en betere data verbindt met de landbouw. Minder bestrijdingsmiddelen en watergebruik en tegelijkertijd hogere productiviteit, dat is het doel. De handmatige metingen van bijvoorbeeld het weer, de droogte van de grond, het groeiproces, zoals boeren dat al eeuwen doen zijn niet meer van deze tijd volgens Farm(x). Het is niet precies, het kan niet op afstand plaatsvinden en het is inefficiënt en slecht schaalbaar. En daarom breng Farm(x) de big data naar agrarische bedrijven. (www.farmx.co).

Maar liefst 30-40% van onze voeding wordt weggegooid. Het bedrijf Enterra Feed company streeft na om een gesloten voedingsloop te maken waarbij verspillingen weer worden ingezet in het voedselproductieproces. De oplossing wordt gezocht in een natuurlijke innovatie: insecten. Enterra houdt insecten die uitsluitend voedselafval te eten krijgen. Dat levert larves op te gebruiken als eiwitrijke voeding voor bijvoorbeeld kippen (maar waarom zouden mensen het ook niet eten) en een natuurlijk mestproduct. (www.enterrafeed.com).

En ten slotte Comaco: Community markets for communities. Comaco is gevestigd in Zambia waar veel grond door eenzijdige bebouwing en onwetendheid volledig uitgeput is geraakt. Comaco biedt lokale landbouwers daarom veel scholing en daarnaast een eerlijke, vaste prijs. Maar daar staat iets tegenover. Boeren moeten zich aan duurzame richtlijnen houden en voldoende “punten” halen om zich te kwalificeren. En een daarvan is het absolute verbod op het jagen op wilde dieren; vandaar de url: http://itswild.org/

Jorna Leenheer, lector New Marketing

Hoe communiceer je duurzaamheid?

ab4724fe-240e-47f0-bffc-bd8119e028c8-mediumDuurzame waarden communiceren is van nature lastig. We zijn al gauw geneigd om dit vanuit zorgen te doen, moraliserend en zwaar. Het beeld van een vermagerde ijsbeer op een smeltende ijskap… Onderzoek toont aan dat dit een averechts effect sorteert. De mens bouwt barrières op om zich te ‘beschermen’ tegen deze negatieve prikkels. Gaat zich juist verliezen in niet-duurzaam consumentengedrag als een soort stil protest. Veel effectiever is om de positieve grondtoon te treffen. Beschrijf hoe je leven/je omgeving/de wereld beter wordt, leuker en aantrekkelijker. Vanuit passie en visie dus in plaats vanuit zorg en somberheid. Sustainability is fun! Voor mij is hiermee de cirkel rond. Begonnen met de geweldige speech van premier Justin Trudeau, eindigend met een wetenschappelijke onderbouwing vanuit communicatie-experts.

De vertaling naar ons ESB is zo gemaakt. Wij geloven in een duurzame economie, niet vanuit de zorgen maar vanuit de kansen. Financial Inclusion bijvoorbeeld is niet alleen noodzakelijk, het is gewoon fijn om te realiseren. Iedereen mag mee doen, net zoals vroeger op het schoolplein. Die simpele menselijke waarden, die we thuis zo gewoon vinden, zijn veel te lang afwezig geweest in de economische wereld. Hebzucht, wie-na-mij-komt-zorgt-wel, egoïsme en individualisering waren daarvoor in de plaats gekomen. Het is geweldig om te constateren op GLOBE 2016 dat er zo’n mondiale kentering aan het plaatsvinden is. Ik ben blij dat Avans Hogeschool duurzaamheid zo’n prominente plaats geeft in de ambities!

Edwin Verlangen, voorzittend directeur ESB

 

TELUS Garden. Setting a new standard for sustainable workplace and residential design

TELUS Garden heeft het nieuwe gebouw Westbank in Vancouver vormgegeven dat de standaard zal worden voor een hele wijk. Dit gebouw is meer dan een werkplek voor zijn werknemers en laat zien wat TELUS hoe met zijn werknemers omgaat; wat voor een werknemer het wil zijn. Met het creëren van een inspirerende werkomgeving wil TELUS laten zien dat de werknemers belangrijk zijn. Het gebouw biedt daarom niet alleen werkplekken maar een leefomgeving met een tuin waar groente wordt verbouwd, men elkaar kan ontmoeten en op adem kan komen. Er is een fitness plek, een geweldig restaurant, een piano en alles is gebouwd met natuurlijke materialen. Het effect is ernaar; de werknemers zijn minder ziek, tevredener over hun werknemer en komen graag naar hun werk.

Pien Versteegh, directeur Avans School of International Studies

 

 

“The future is transparency. The democratization of Business and the Environment” en “Update on the Global Reporting Initiative (GRI) & Sustainability Reporting Trends”

Het schrijven van jaarrapporten is aan grote verandering onderhevig. Het gaat hierbij niet meer om het verslag doen van de (financiële) resultaten van afgelopen jaar. Er wordt breder gerapporteerd; de rapporten bevatten ook economische, sociale en milieukundige gegevens, het zogenaamde “integrated reporting”. Deze manier van verslaggeving biedt daarmee ook kansen om naar de toekomst te kijken en strategische keuzes te maken. De hoeveelheid van gegevens noodzaakt je om keuzes te maken: wat wil je weten en waar ga je op sturen. In beide sessies is gesproken over nieuwe standaarden van de Global Reporting Initiative (GRI). De ESB lector Marleen Jansen Groesbeek doet onderzoek naar “Integrated Reporting” en kijkt of dit ook bij Avans te ontwikkelen is.

Pien Versteegh, directeur Avans School of International Studies

 

 

De transformatie van grote bedrijven naar een duurzame onderneming

cc6e848b-9f73-4a3a-90e0-d2bb9d1da6bb-mediumEen aantal grote bedrijven laat in een korte pitch zien hoe zij het transformatieproces naar een duurzame onderneming hebben vormgegeven. BASF, HP, Dell en Levi’s laten hun chief Sustainability officer een gepassioneerd verhaal houden. Een rode draad valt op. Alle drie bedrijven geven het grote belang van het ‘meenemen’ van de supply chains aan. Interessant als we deze kritische succesfactor loslaten op onze eigen hogeschool. We zijn druk bezig met het inhoudelijk ‘verduurzamen’ van ons primaire proces, het onderwijs. De succesvolle AISHE certificering in 2015 is hier een goede afspiegeling van. Willen we echter een stap maken om de transformatie tot intrinsiek duurzame instelling te maken moeten we veel verder gaan. We zullen onze toeleveranciers meer en meer moeten betrekken, van leveranciers van goederen, pensioenfondsen, verzekeringen, catering tot leveranciers van studenten. Daarnaast zullen we onze verantwoording naar onze stakeholders anders moeten gaan inrichten.

In dit licht bezien zijn de recente acties die onze lectoren zijn gestart met de diensten van Avans (onder andere op het gebied van Integrale Verslaglegging, Continu Verbeteren, organisatievormen, catering) broodnodig. Het is echter wel tijd voor een integraal plan. We kijken dan ook met verwachtingen uit naar de volgende fase van het programma Duurzaamheid van Avans waarin ESB graag een rol gaat spelen. Wellicht is het interessant om als aftrap van deze vervolgfase hetzelfde te ondernemen als BASF in 2015: een grote conferentie van Avans Hogeschool met al haar stakeholders om in gezamenlijkheid de transformatie naar echt duurzame instelling te gaan maken!

Edwin Verlangen, voorzittend directeur ESB

 

Brand sustainability in the Age of Transparency

Nog enigszins in een jet-lag roes laat ik de woorden van deze uitermate interessante middagsessie langs me voorbij stromen. Wat hoor ik vele thema’s voorbij komen die raken of zelfs adresseren wat ik in mijn lectorale rede heb besproken 26 februari j.l. Deze sessie is my piece of cake! De drie keywords wat mij betreft:

1) Value: Merken, duurzaam of niet, moeten waarde creëren. En die waarde is een medaille die twee zijdes kent. Waarde voor de consument (V2C): op welke manier dragen duurzame producten bij aan de behoeftes van consumenten en de waarden en doelen die zij nastreven. Waarde voor het bedrijf (V2F): wat levert het op in termen van omzet en winst. Hoe maken we sustainable brands economisch sustainable?

2) Behaviour: marketing gaat over emoties, percepties, associaties, maar bottom-line gaat het over gedrag. Welke acties neem je als bedrijf, in je bedrijfsprocessen in je samenwerking met stakeholders? Wat doe je als consument: wat koop je en wat koop je niet?

3) Data: en dan onvermijdelijk gaat het bijna de hele sessie door over data. Data om consumenten te begrijpen, data om gedrag en value te meten, data over consumenten, segmenten, productlijnen, aankooppatronen. Data-analyse lijkt kern om sustainable brands te managen in deze wereld. Maar consumenten hebben ook veel meer kennis over jou als bedrijf: sustainable greenwashing lukt niet meer. En dat zo bekeken is sustainable branding ook weer niet 100% anders dan main stream brand management. Maar dan wel met een andere mind-set!

Jorna Leenheer, lector New Marketing