Making Organizations Meaningful deel 3: Pragmatisme in onderzoek in het hbo, voorkom ‘Errors of the third kind’

Deel 3 van de bloemlezing uit de AOM meeting 2016, door Tonnie van der Zouwen

De titel van het symposium sprak me gelijk al aan: ‘Errors of the third kind in management research: Creating meaning in scholarly work’, verzorgd door Ian Mitroff, Sandra Waddock, Nancy Adler, Robert Edward Freeman, Robert E. Quinn. En ik werd niet teleurgesteld. Ian opent met zijn definitie van DE WAARHEID vanuit een pragmatisch standpunt: “Truth is that what makes an ethical difference in the quality of life; of individuals, organizations, society”. (Voor lezers die het nog even niet kunnen plaatsen, we zitten op 7 augustus 2016 bij de Academy of Management meeting, in Anaheim, Californië, zie deel 1 en deel 2 van deze bloemlezing). Nu wil ik zelf als initiator en begeleider van praktijkgericht onderzoek in het hbo graag iets bijdragen aan zinvol organiseren en aan kwaliteit van leven. En in het hbo is een flinke discussie gaande over de eisen die aan onderzoek gesteld moeten worden, dus ik zit op het puntje van mijn stoel.

Theorie kan niet leidend zijn voor de complexe praktijk van professionals

There is nothing quite so useless as doing with great efficiency things that should not be done at all” (Peter Drucker)

De boodschap van het symposium is dat in onderzoek voor management professionals en andere dienstverleners, we niet in de valkuil moeten stappen van academisch positivistisch onderzoek. Onderzoek met generaliseerbare uitkomsten, gebaseerd op  grondige bewijzen van DE waarheid, waar je in de praktijk vaak niets mee kunt. Omdat de praktijk altijd complex is en DE waarheid, de enige en beste oplossing, meestal niet bestaat. Fouten van de eerste en tweede orde gaan over een uitkomst die onterecht bevestigend dan wel ontkennend is. Dat zijn methodische fouten. Een fout van de derde orde is een perfect uitgevoerd onderzoek, maar het gaat nergens over. Omdat de verkeerde vragen zijn gesteld. Dan vind je een mooie oplossing maar voor het verkeerde probleem.

Eduard E. Lawler III legt uit waarom vertrekken vanuit theoretische modellen meestal niet goed past bij onderzoek voor organisaties. Theorie gedreven onderzoek laat zich vaak slecht vertalen naar de praktijk, omdat de praktijk veel complexer is dan de paar variabelen van het model. Hij pleit er daarom voor manieren van onderzoek te kiezen die geen vertaling nodig hebben, zoals actieonderzoek: “Action Research is a very powerful way of learning, evolving theory and method simultaniously over time”. Dat is me uit het hart gegrepen. De uitspraak maakt ook gelijk de keerzijde van de medaille duidelijk: actieonderzoek kost tijd.

Onderzoek in het hbo: onderdompelen in de praktijk

Praktisch relevant betekent niet dat het niet methodisch verantwoord moet zijn. Op het ogenblik is hierover een hele discussie gaande als zou er een tegenstelling zijn tussen methodisch grondig en praktisch relevant, een onderwerp dat Daan Andriessen onderzoekt. Die tegenstelling zie ik alleen als je de natuurwetenschappelijke benadering volgt dat er slechts één waarheid is en dat de uitkomsten van onderzoek algemeen geldig moeten zijn. Volg je die redenering dan zou een onderzoek methodisch minder grondig zijn naarmate de uitkomsten bruikbaarder zijn en omgekeerd. Actieonderzoek, een uiterst bruikbare en evengoed methodisch grondig uit te voeren benadering past niet in dit tweedimensionale plaatje. Ik sluit graag aan bij de drie dimensies van Joseph E. McGrath over dilemma’s in onderzoek doen: ongeacht welke vorm van onderzoek je doet, er zijn altijd drie aandachtspunten waarvan je er maar twee tegelijk kunt optimaliseren in je onderzoeksaanpak. Het gaat om generaliseerbaarheid van de uitkomsten, controleerbaarheid van de situatie en het realiteitsgehalte van de situatie. En dan moet je dus niet meer beweren dan op grond van je onderzoeksaanpak verantwoord is. Zie de figuur van McGrath die ik heb verwerkt tot een ‘krukje’. Wat voor soort onderzoek je ook doet, het staat altijd scheef omdat één of twee pootjes korter zijn dan de derde. Zie ook mijn lectorale rede op pagina 46.

Figuur 16 Onderzoeksstrategieen
Dilemma’s in onderzoek doen. Bijgenaamd ‘het krukje van Tonnie’, gebaseerd op het werk van Joseph E. McGrath

 

Pragmatisme is een andere manier om naar onderzoek te kijken. Theorie wordt dan gezien als gebaseerd op ervaring en praktijk. Daarvoor is het van belang om jezelf onder te dompelen in die praktijk en uit te zoeken wat er aan de hand is, zonder je veel zorgen te maken over wat anderen daarover te zeggen hebben. Feiten en waarden zijn daarbij met elkaar verstrengeld. Het is daarom ook beter om te spreken van Theoretiseren dan van Theorie.

Daring to care: Van liefde voor kennis naar liefde voor leren

Laten we met onderzoek bij het hbo ook niet in de valkuil trappen van belangrijk willen worden met het aantal publicaties in vooraanstaande tijdschriften en het aantal malen dat je daaruit geciteerd wordt. Het gaat bij praktijkgericht onderzoek om het maken van een verschil, met betrouwbaar en degelijk onderzoek waar je iets mee kunt in de praktijk. Ik zou iedereen die onderzoek doet aan het hbo, en eigenlijk ook aan universiteiten, gunnen om onderzoek te doen naar vragen die er toe doen. Of zoals Nancy Adler het verwoordt: “It is about daring to care. What profoundly important and meaningful question would you like to be researching?”. En maak je vooraf niet teveel zorgen over wat anderen hierover gezegd hebben. Kennis is belangrijk, natuurlijk, maar in het hbo leiden we professionals op, mensen met liefde voor leren voor de praktijk, met een onderzoekende houding in die praktijk en geen onderzoekers met liefde voor kennis. Tot zover sessie 575. Meer over actieonderzoek in het volgende deel van deze bloemlezing.

 

 

Making Organizations Meaningful. Deel 2: Somatische Intelligentie, onbewuste kennis naar boven halen door je lijf te gebruiken

Deel 2 van de bloemlezing uit de Academy of Management meeting 2016, door Tonnie van der Zouwen

Emotionele Intelligentie (zie blog deel 1 van de bloemlezing) en Somatische Intelligentie hangen nauw met elkaar samen. Vrij vertaald noem ik Somatische Intelligentie de ‘wijsheid van je lichaam’. Samen met Maria Spindler en Gary Wagenheim van COS Collective verzorgen we op zaterdag 6 augustus een workshop (PDW in AOM termen) op de AOM meeting 2016. De titel is ‘Reflective Hybrids: Accessing Theory and Practice through Somatic Intelligence’. Waar sta je als mens tussen Theorie en Praktijk, tussen Lichaam en Verstand?  Daar kan je over praten, maar we zijn erg van ‘practice what you preach’, dus we doen bewegingsoefeningen om Somatic Intelligence te ervaren.

We beginnen met een korte geleide meditatie, om te landen in je lichaam, in het hier en nu. Om stil te worden. “Feel a drop of silence fall on your head”. En dan vragen we de deelnemers om positie te kiezen in de ruimte, tussen de vier hoeken van de zaal die we gemarkeerd hebben met een vel papier met theorie, praktijk, lichaam en verstand. In een eerste ronde loop je de route waar je vandaan komt en kies je de plek waar je voor je gevoel nu staat in je leven. In een tweede ronde de plaats waar je zou willen staan. Dan het beeld dat bij je opkomt tekenen op een blaadje en delen met de mensen die om je heen staan. Waarom sta je daar? Welke weg heb je afgelegd? Hoe voelt dat? Wat betekenen de beelden voor volgende stappen in je leven?

 Ik heb zelf iets dergelijks gedaan als deelnemer, tijdens de COS Conference in Venetië, die helemaal over Somatic Intelligence ging, in april 2016. Via een geleide meditatie werden we uitgenodigd om een beweging te laten opkomen, welke dan ook en na een tijdje de beelden die opkomen te tekenen. Ik kreeg een sterke associatie met een beeld uit de film ‘On Golden Pond’ (Een schitterende film, zeker kijken als je hem nog niet hebt gezien). Ik zie mezelf zitten aan dat meer, op de veranda van een houten huis. Ik ben aan het schrijven. Allemaal boeken om me heen. In het huis nog meer boeken. Verder alleen het geluid van de vogels (die typische roep van de duik eenden) en de bossen rond het huis. De tekening hangt aan de muur van mijn werkkamer en iedere keer als ik ernaar kijk komt er een diep verlangen naar die situatie in me op. Dit is wat ik wil! En raad eens wat. Dat hoeft niet voor maanden achter elkaar of ver weg. Het betekent ook niet dat ik andere rollen niet meer leuk of belangrijk vind. Wel dat ik bewust tijd en ruimte vrij moet maken, omdat het anders met dat lezen en schrijven niet goed gaat lukken. Als gevolg van die ervaring heb ik een praktische oplossing gevonden: schrijfweken geblokkeerd in mijn agenda. 

De moraal van het verhaal. Je lichaam weet veel meer dan je je bewust bent. Dat is geen zweverig esoterisch verhaal, maar eigenlijk heel logisch. Je geheugen verbindt alles wat je meemaakt aan je gevoel, zintuigen en de stand en activiteit van lichaamsdelen. Zoals Karl Weick, specialist in betekenis geving, zegt “We have a feeling based memory”. Omgekeerd kan het in beweging komen, of een sensatie, dat onbewuste weer oproepen. Die reactie kregen we ook van deelnemers. Terwijl je aan het lopen bent komen er beelden, gevoelens en gedachten op. Het bespreken daarvan met anderen helpt om meer helderheid te krijgen over hoe volgende stappen eruit zouden kunnen zien.

We sluiten de workshop af met het delen van onze ervaringen en inzichten. Kort samengevat: Het werkt.  Ons lichaam heeft zijn eigen geheugen. Of nog sterker, we denken met ons lichaam. De hersenen zijn daar slechts een onderdeel van. In voortdurende wisselwerking met interne en externe informatie van de zintuigen ontstaat ons bewustzijn. Wij zijn dus niet ons brein. Ons lichaam weet veel meer over waar we gelukkig van worden en wat vertrouwen geeft voor de toekomst dan we rationeel kunnen bedenken. Door oefening en beweging kunnen we daar beelden en gevoelens over oproepen. Om organisaties zinvoller te maken, het thema van de AOM conferentie, is het van belang om er rekening mee te houden dat we lichamelijke wezens zijn. Een paar tips:

  • Gebruik in bijeenkomsten werkvormen waarbij niet alleen gepraat wordt maar ook gewerkt
  • Aandacht voor het landen in je lichaam en in de situatie
  • Een prettige atmosfeer
  • Beweging, samen beelden uitwerken, bezinningsmomenten met stilte inbouwen.

‘Sensing’ noemt Otto Scharmer dat in zijn presentatie. Om te komen van een groot ego naar een sterk ego. Maar daarover meer in een volgend bericht. Dit was sessie nr. 372.