Koester de verschillen

Op 31 oktober dit jaar hield Avans Hogeschool een career event. Niets bijzonders, dat doet Avans wel vaker en deze keer was het voor de studenten uit het economisch domein. Zij konden speeddaten met 120 bedrijven voor een stageplaats of afstudeeropdracht. Ter aankondiging van dit event hingen in Breda en Den Bosch posters. In eerste instantie was er niets vreemds met de posters. Op de ene poster figureerde een keurige jonge man met blond haar en op de andere poster een keurige jonge man met zwart haar en een baardje. Maar nergens zag ik een poster met een vrouwelijke variant van deze twee heren.

Ik dacht eerst dat ik de posters met vrouwen niet zag omdat ik niet in de juiste gangen of ruimtes liep. Avans heeft natuurlijk heel veel locaties die ook nog veel vierkante meters beslaan. Maar na een paar weken begon ik toch argwaan te krijgen: zou de communicatie-afdeling van Avans nu echt zo’n domme fout hebben gemaakt om geen posters met vrouwelijke studenten te maken.
Bij navraag bleek het antwoord op deze vraag bevestigend te kunnen worden beantwoord. Oeps, niet aan gedacht. Er waren geen posters met vrouwelijke studenten voor de career event voor economie gemaakt. ‘We zullen er volgend jaar aan denken.’

Ik heb helaas niet kunnen achterhalen of er jaarlijks een career event wordt georganiseerd voor het sociale en zorgdomein. Mijn vooroordeel is dat bij de posters daar geen vrouwelijke studenten gemist zouden worden. Het is een aanname, ik heb het niet onderzocht. Mijn aanname is gebaseerd op onderzoeken en artikelen die we regelmatig in tijdschriften en kranten voorbij zien komen. We worden door de media te vaak in ons vooroordeel over de verschillende rollen die mannen en vrouwen zouden moeten spelen bevestigd: de man is de jager en de vrouw is de verzamelaar. De man gaat naar buiten, heeft een carrière en de vrouw blijft binnen en zorgt voor het huis en de kinderen.

Hoe dit gedachtegoed ontstaan is, we weten het niet. Er is in ieder geval geen biologische verklaring voor, zo blijkt uit twee boeken die ik onlangs gelezen heb. Het ene boek is van een man, Yuval Noah Harari. Het heet ‘Sapiens’ en heeft in het Nederlands de ondertitel ‘een kleine geschiedenis van de mensheid’. http://www.debezigebij.nl/boeken/sapiens-2/. Een heel interessant boek omdat hij laat zien dat een heleboel zaken die wij toeschrijven aan ons reptielenbrein of onze evolutionaire oorsprong, puur culturele afspraken zijn. Een van die zaken is dus het hardnekkige idee dat mannen en vrouwen heel anders zijn omdat dat biologisch zo is.
Steeds meer onderzoek toont aan dat de onderzoeken die juist de sekseverschillen zo benadrukken niet kloppen. Dat vooroordelen van de meestal manlijke onderzoeker het onderzoek heeft beïnvloed. Wetenschappers zijn ook maar mensen en nemen hun eigen meningen mee in hun onderzoek.

Het tweede boek dat ik las dat de vooroordelen over mannen en vrouwen onder de loep nam, is van Angela Saini. Zij publiceerde dit jaar ‘Inferior: How Science Got Women Wrong and the New Research That’s Rewriting the Story’. http://www.angelasaini.co.uk/books
Beide boeken zijn ook heel interessant voor de discussie over hoe onafhankelijk kan onderzoek zijn en hoe we moeten uitkijken dat we afwijkingen niet gaan zien als gemiddelden. Bijvoorbeeld het verschil in lengten. Als we kijken naar de standaarddeviatie, dan is ‘de man’ maar 4 centimeter groter dan ‘de vrouw’. Sanne Blauw, een van de redacteuren van De Correspondent, legt het begrijpelijk uit in haar column over de recensie van het boek van Angela Saini. https://decorrespondent.nl/7171/wat-je-moet-onthouden-over-de-verschillen-tussen-mannen-en-vrouwen/1952448550063-fd37f77d.

Kortom, we zijn allemaal verschillend als mens vanwege onze ervaringen, opvoeding en karakter. We komen er steeds meer achter dat ons fysieke voorkomen ook niet voor iedereen past bij hoe hij of zij zich voelt. Reden te meer om niet meer in stereotypen te denken en handelen. Om Harari aan te halen: de meeste van onze gedragingen zijn cultureel bepaald en niet door de biologie. Dat betekent dat we eigenschappen en gedragingen waardoor andere mensen gedwongen worden een tweederangs burger te zijn of zich in ieder geval te voelen, kunnen veranderen. Hoe dat zou moeten, is inspiratie voor een mooie reflectie voor onder de kerstboom.

Fijne dagen en een gelukkig 2018 gewenst.

Marleen Janssen Groesbeek

Hoe kies jij een partner?

In de literatuur wordt veelal benadrukt dat het samenwerken met andere organisaties cruciaal is voor het voortbestaan van de eigen organisatie. Als “alleenstaande” wordt het steeds lastiger om een product of dienst te vermarkten, zo niet onmogelijk. Je hebt partners nodig zodat je kunt samenwerken in allianties en netwerken. Maar hoe bepaal je wat voor jou de goede partner is? Op basis waarvan besluit je met een andere organisatie een relatie aan te gaan? Hoe kies jij eigenlijk een partner?

Dit is nou typisch een vraag waarop je het antwoord niet in een boek kunt vinden. Er bestaat geen checklist op basis waarvan je exact weet aan welke criteria jouw nieuwe partner moet voldoen en op basis waarvan je vervolgens gegarandeerd de juiste keuze maakt. Natuurlijk, er zijn harde criteria die bepalen of een gewenste relatie überhaupt legaal is. Kartelvorming is echt nog steeds verboden. Maar we willen in feite vooral een goed gevoel hebben bij een mogelijk nieuwe partner, nietwaar. We moeten stoppen met vinklijstjes en we moeten gaan ervaren, gewoon gaan doen. En wat is dan beter geschikt dan een game met speeddates?

Tijdens de Alliance Game gaan tweedejaars HRM-studenten van AAFM daadwerkelijk daten. Op een gesimuleerde handelsbeurs gaan zij op zoek naar een bedrijf dat hen als startende onderneming kan helpen met buitenlandse groei. Buitenlandse groei op een duurzame manier. De studenten zijn op basis van een vooraf ingevulde persoonlijkheidsvragenlijst ingedeeld in groepen van vier. Aan de hand van een formulier met beoordelingscriteria gaan zij met vertegenwoordigers van bedrijven in gesprek. Op zoek naar een potentiële partner, misschien wel hun ideale partner. En dan blijkt het toch wel prettig, zo’n formulier met aspecten ter beoordeling. Een beetje houvast tijdens het daten is helemaal geen overbodige luxe.

Ik ben op 15 november 2017 als facilitator bij het event aanwezig. Ik zie de tweedejaars studenten wat verbaasd kijken als de vertegenwoordigers van de bedrijven binnenkomen. Het is namelijk duidelijk dat het twee totaal verschillende bedrijven betreft: de mensen in vrijetijdskleding zijn van het familiebedrijf en de strakke pakken vertegenwoordigen de multinational. Na een korte voorbereidingstijd druk ik op de bel als start voor de eerste speeddate-ronde. Voornamelijk aan de hand van de uitgereikte formulieren stellen de studenten hun vragen. Na vijf minuten klinkt de bel en wordt er gewisseld. Halverwege de middag hebben de studenten in totaal 11 speeddates gehad en kunnen zij met elkaar in overleg om hun besluit te nemen. Ik ben benieuwd. Zien zij het familiebedrijf of de multinational als hun ideale toekomstige partner? Hebben de “harde” organisatorische of de “zachte” interpersoonlijke aspecten de bovenhand? In hoeverre speelt hun persoonlijkheid een rol? En op basis waarvan maken zij hun keuze?

De studenten pitchen hun keuze en het blijkt dat 10 van de 11 groepen de voorkeur geven aan samenwerking met het familiebedrijf. Hun keuze wordt onderbouwd met aspecten van het beoordelingsformulier, zoals bijvoorbeeld flexibiliteit, bedrijfscultuur, resultaatgerichtheid, veranderbereidheid en machtsevenwicht. Hoe rationeel sommige aspecten ook worden benaderd, de pitches van de studenten eindigen toch wel erg vaak met “we hebben gewoon het gevoel dat dit beter past bij ons bedrijf, bij waar we nu staan en wat we willen in de toekomst”. Ik luister naar hen en ik realiseer me eens te meer dat ik als docentcoach de plicht heb om meer en meer aandacht te besteden aan “het gevoel”, vooral bij het maken van keuzes. Studenten vinden dat moeilijk. Misschien is het niet makkelijker gezegd dan gedaan, maar makkelijker gezegd dan gevoeld. Of is het makkelijker gevoeld dan gezegd of gedaan? Hoe maak ik eigenlijk mijn keuzes?

Marise Khemissi
Lid kenniskring International Business